Zelfstandige samenwerkingsovereenkomst: hoe begin je eraan?

Heel wat bedrijven – zowel starters als doorgewinterde firma’s – doen een beroep op zelfstandigen voor uiteenlopende taken. Gaat het om belangrijke opdrachten, dan is het zeker de moeite om de afspraken op papier te zetten. Zo’n akkoord heet een zelfstandige samenwerkingsovereenkomst. Maar hoe begin je daaraan, en wat moet er zoal in?

isabellevolckaert_45_nl.jpg

Zeker als starter is zo’n samenwerking interessant. Want een zelfstandige inschakelen, valt vaak een stuk voordeliger uit dan een personeelslid aanwerven:

  • De sociale bijdragen voor personeel liggen een stuk hoger
  • Medewerkers aannemen neemt veel administratie en tijd in beslag
  • Zelfstandigen zijn flexibeler in te zetten (wanneer, waar, hoe vaak …)

Waarom een zelfstandige samenwerkingsovereenkomst?

Niet in elke sector is een contract even essentieel. Heel wat freelancers, bijvoorbeeld, werken probleemloos op basis van informele afspraken. Toch vinden samenwerkingsovereenkomsten ook hier hun ingang. Vooral als het gaat over grote projecten of structurele samenwerking. Goede afspraken bieden namelijk bescherming, voorkomen misverstanden en verduidelijken de verwachtingen.

Bij vrije beroepen komen samenwerkingen op zelfstandige basis frequent voor. Een duidelijk contract is hier onontbeerlijk voor alle partijen. Dat legt onder meer vast hóe de samenwerking plaatsvindt. Want partnerschappen komen in verschillende vormen:

  • Onderaanneming: bijvoorbeeld een vrije beroeper die een startende collega mee laat helpen in zijn praktijk. De praktijkhouder is hier de ondernemer en draagt de kosten. De medewerker is dan eerder een helper met een zelfstandig statuut.
  • Gelijkwaardige samenwerking: soms delen zelfstandigen een praktijk, maar ze kunnen ook nauwer samenwerken: cliënten delen, gemeenschappelijk materiaal aankopen, zich elk op een vlak specialiseren … Denk maar aan zelfstandige verpleegkundigen die samen een groepspraktijk vormen.

Wat staat in zo’n overeenkomst?

Een contract van twee pagina’s of een forse turf die bol staat van de voorwaarden? Alles hangt af van je sector en van de precieze vorm van de samenwerking. Elke zelfstandige samenwerkingsovereenkomst bevat echter deze essentiële bouwstenen:

  • De partijen met al hun contactgegevens. In onderaanneming gaat het dan om ‘opdrachtgever-dienstverlener’, bij gelijkwaardige samenwerking simpelweg over ‘ondergetekenden’.
  • De overeenkomst: beschrijf kort waartoe de partijen zich concreet verbinden.
  • Het statuut van zelfstandige: geef aan dat de samenwerking tussen zelfstandigen plaatsvindt, en dus niet in een verhouding werkgever-werknemer.
  • Concrete afspraken: wie doet wat, hoe en waar? Gaat het over een praktijk met openingsuren? En bij een gelijkwaardig partnerschap: zorgt één van de zelfstandigen voor de facturen en administratie?
  • Vergoeding: maak duidelijke afspraken over geld. Gaat het om een uurtarief, dagprijs of projectprijs? Welke afspraken maak je rond facturatie? En wat met gemaakte kosten?
  • Duur en beëindiging: wanneer gaat het contract in en voor hoe lang? Wie kan het contract opzeggen en welke acties moeten daarvoor worden ondernomen?
  • Aansprakelijkheid: wie is verantwoordelijk voor fouten, en hoe wordt eventuele schade vergoed? Licht ook kort toe wat de gevolgen zijn als het contract niet nageleefd wordt.

Voor opdrachtgever-leverancier-relaties komen daar meestal nog enkele zaken bij:

  • Niet-concurrentiebeding: tijdens het contract (en eventueel daarna nog even) werkt de leverancier niet voor de concurrentie.
  • Niet-afwervingsbeding: de partijen spreken af om geen personeel (of andere partijen) van elkaar af te snoepen.
  • Confidentialiteit: de leverancier geeft geen vertrouwelijke info door aan andere partijen.
  • Eigendomsrechten: wie wordt de eigenaar van bijvoorbeeld een applicatie, een tekst of een design? Geef je alle auteursrechten uit handen of werk je met licenties?

Ben jij degene die dit contract opstelt, dan kan je met deze elementen zelf aan de slag. Uiteraard vervolledig of stem je de overeenkomst af op jouw beroep.

Wat met schijnzelfstandigheid?

Soms is de grens tussen een zelfstandige en een personeelslid vaag. Als een samenwerking structureel wordt, mondt ze soms uit in een verhouding werkgever-loontrekkende. In dat geval spreken we van schijnzelfstandigheid.

Vooral in de bouw, bewaking, transport en schoonmaak is de wet hierover streng. Ook daarom is een samenwerkingsovereenkomst essentieel: zo vermijd je achterdocht bij de sociale inspectie. Elk contract moet dus verduidelijken dat twee zelfstandigen de handen in elkaar slaan. Denk: vrijheid van werk, tijd en opdrachtgevers en het ontbreken van een hiërarchie.

Lees meer over schijnzelfstandigheid: wat zijn de criteria en waar moet je op letten?