Een voorbeeld
Marlies is een copywriter bij een communicatiebureau. Ze krijgt voor haar pennenvruchten een netto maandloon van 1800 euro, ofwel 21.600 euro op jaarbasis. Zij tuft rond in een bedrijfswagen en kreeg een laptop van het werk die zij ook privé mag gebruiken.
Na veel wikken en wegen overweegt Marlies om haar vaste job in te ruilen voor een loopbaan als freelance copywriter. Zij schat in om 220 dagen per jaar te werken, en wil graag weten welk dagtarief zij moet hanteren om die 21.600 euro te halen.
Uiteraard zal zij haar auto en laptop nu uit eigen zak moeten betalen. Omdat zij daar ook privé gebruik van maakt, kan zij de aankoop ervan maar gedeeltelijk inbrengen als kost. Anderzijds richt zij een deel van haar privéwoning in als werkruimte, waardoor gas, elektriciteit, water en internet een stukje beroepskost zijn. Dat moet bij de berekening dus ook meegenomen worden.
Andere kosten die Marlies moet spijzen: haar boekhouder, een aanvullende pensioenverzekering en de inrichting van haar bureau.
Marlies zwiert alle informatie in de bruto-netto calculator, en komt zo op de volgende bedragen:
- 10.000 euro beroepskosten
- 8.200 euro per jaar aan sociale bijdragen
- 9.400 euro jaarlijkse personenbelasting.
Marlies moet dus een omzet draaien van 49.200 euro. Werkt zij 220 dagen per jaar, dan moet zij elke dag 224 euro kunnen factureren.