5. De laatste stap: je benoeming
Om benoemd te worden dien je de volgende vakjes te kunnen afvinken:
- je telt minstens 25 lentes;
- aan je muur hangt het diploma van doctor, licentiaat of master in de rechten;
- je beschikt over een getuigschrift van goed zedelijk gedrag;
- je hebt een ononderbroken stage van twee jaar achter de rug, bekroond met een positieve homologatie;
- je kan een bewijs van taalkennis voorleggen, vereist in het taalgebied van je standplaats.
Staat de vacature in het Belgisch Staatsblad? Dien dan binnen de maand je kandidatuur in. Dat doe je door een aangetekende brief te sturen naar zowel de Minister van Justitie als de voorzitter van de Nationale Kamer van gerechtsdeurwaarders.
Bovendien stuur je – eveneens aangetekend – een afschrift van je brief naar de syndicus-voorzitter van de raad van de arrondissementskamer waar je solliciteert. Daar voeg je de documenten bij die bewijzen dat je alle vinkjes hierboven kan aanvinken.
De bal ligt dan in het kamp van de Minister van Justitie. Hij wint advies in en draagt jou… excuseer – de beste kandidaat voor aan de Koning.
Binnen de maand na het benoemingsbesluit leg je dan de eed af. Dat gebeurt tijdens een openbare zitting voor de rechtbank van eerste aanleg in je arrondissement. Thuis mag je dan een flesje champagne openen, want je bent officieel gerechtsdeurwaarder.